Добавил:
Upload Опубликованный материал нарушает ваши авторские права? Сообщите нам.
Вуз: Предмет: Файл:
Скачиваний:
31
Добавлен:
17.04.2015
Размер:
202.59 Кб
Скачать

MITSUBISHI

α Eenvoudige applicatie-controller

Programmeerhandboek

α EENVOUDIGE APPLICATIE-CONTROLLER

α Eenvoudige applicatie-controllers

Voorwoord

Dit handboek bevat tekst, diagrammen en uitleg die de lezer de weg zullen wijzen om de controller van de α−reeks correct te programmeren en te bedienen.

Men dient dit handboek te lezen en de inhoud te hebben begrepen alvorens de controller

van de α -reeks te installeren en te gebruiken.

Raadpleeg in geval van twijfel tijdens het installeren van de controller altijd een deskundige elektrotechnicus die geschoold en bevoegd is overeenkomstig de nationaal en lokaal geldende normen.

Gelieve bij twijfel omtrent de bediening of het gebruik van de controller uit de α− reeks de dichtstbijzijnde distributeur van Mitsubishi Electric producten te raadplegen.

Dit handboek kan zonder voorafgaand bericht worden gewijzigd.

αEenvoudige applicatie-controllers

αEENVOUDIGE APPLICATIE-

CONTROLLERS

PROGRAMMEERHANDBOEK

Handboeknummer

: JY992D76601

Handboekrevisie

: A

Datum

: december 1998 i

α Eenvoudige applicatie-controllers ii

α Eenvoudige applicatie-controllers iii

α Eenvoudige applicatie-controllers iv

α Eenvoudige applicatie-controllers

Richtlijnen voor de veiligheid van de gebruiker en ter bescherming van

α eenvoudige applicatie-controllers

Dit handboek bevat informatie met betrekking tot het gebruik van α eenvoudige applicatiecontrollers. Het handboek is geschreven voor geschoolde en competente medewerkers. Zo iemand kan als volgt worden gekenschetst:

a ) Iedere technicus die verantwoordelijk is voor de planning, het ontwerp en de bouw van automatische apparatuur die gebruik maakt van het product waarop dit handboek betrekking heeft, dient competent, geschoold en gediplomeerd te zijn volgens de nationaal en lokaal geldende normen voor het vervullen van deze rol. Deze technici dienen zich volledig bewust te zijn van alle veiligheidsaspecten met betrekking tot geautomatiseerde apparatuur.

b ) Iedere technicus die verantwoordelijk is voor de inbedrijfstelling of het onderhoud dient competent, geschoold en gediplomeerd te zijn volgens de nationaal en lokaal geldende normen voor het vervullen van die taak. Deze technici dienen ook geschoold te zijn in het gebruik en onderhoud van het totale product. Dit houdt in dat ze volledig bekend zijn met alle betreffende documentatie voor het genoemde product. Al het onderhoud dient verricht te worden in overeenstemming met de voorgeschreven veiligheidsprocedures.

c ) Alle operators van de “gecompleteerde apparatuur” dienen geschoold te worden in het veilige en behoorlijke gebruik van dat product in overeenstemming met de voorgeschreven veiligheidsprocedures. Daarnaast dienen de operators bekend te zijn met de documentatie aangaande het feitelijke beheer van de “gecompleteerde apparatuur”.

N.B. : de term “gecompleteerde apparatuur” slaat op een door een derde gebouwd apparaat dat het met dit handboek samenhangende product bevat of gebruikt.

Opmerkingen met betrekking tot de in dit handboek gebruikte symbolen

Op verschillende plaatsen in dit handboek worden bepaalde symbolen gebruikt om de nadruk te leggen op aandachtspunten die erop gericht zijn de persoonlijke veiligheid van de gebruikers te garanderen en de apparatuur voor beschadiging te behoeden. Als u een van de volgende symbolen tegenkomt dient u de desbetreffende opmerking te lezen en te begrijpen. Hieronder vindt u een opsomming van deze symbolen, elk met een korte omschrijving van de betekenis.

Hardware-waarschuwingen

1 ) Geeft aan dat het geconstateerde gevaar lichamelijke en materiële schade ZAL veroorzaken.

2 ) Geeft aan dat het geconstateerde gevaar MOGELIJK lichamelijke en materiële schade veroorzaken kan.

3 ) Geeft een punt van speciaal belang of nadere uitleg aan.

Software-waarschuwingen

4 ) Geeft aan dat men bijzonder moet opletten bij gebruik van dit software-element.

5 ) Geeft een speciaal punt aan waarvan de gebruiker van het desbetreffende softwareelement zich bewust dient te zijn.

6 ) Geeft een punt van belang of nadere uitleg aan.

v

α Eenvoudige applicatie-controllers vi

α Eenvoudige applicatie-controllers

Inhoudsopgave

Richtlijnen.........................................................................................................……………………...v

 

1.

Inleiding .............................................................................……………………… 1-

1

2. Functieblokprogrammeren…........................ .....................……………………...... 2-1

 

2.1

Soorten blokken en de FBD-basis..................................................…………………………

... 2-1

2.1.1 Ingangen......................................................................................…… …………………….......

 

2-1

 

 

 

2.1.2 Toetsen frontpaneel ..................................................................……………………….

....... 2-1

2.1.3 Systeemgeheugenbits ..................................................…………………………................

. 2-1

2.1.4 Functieblokken .......................................................................…………………………

….... 2-2

2.1.5 Uitgangen .................................................................……………………………..........

............

2-2

 

 

 

2.1.6 Functieblokdiagrambasis (FBD-basis)................…………………………............................ 2-2

 

2.2

Programmeermethoden voor de Alpha Controller .................………………………............... 2-3

 

2.2.1 Direct programmeren..........................................................………………………….........

... 2-3

2.2.2 Programmeersoftware AL-PCS/WIN-E ......................……………………………................ 2-3

 

3. Toetsen, menu’s en LCD-displays ..............…… ……………............................... 3-1

 

3.1

De functies van de toetsen.....................................……………………...........................

....... 3-1

3.2

Gebruiksaanwijzing menu-opties ....................…………………........................................

..... 3-1

3.3

De stopmodus ...........................................................................…………………………

........ 3-2

3.3.1 “Others…”: de overige programmeeropties…..... .....……………………….......................... 3-2

3.4Het topmenu van de runmodus.............................................……………………………......... 3-3

3.5Het menu “Edit” (Bewerken).…................... .........................……………….................... ........ 3-3

3.6Het menu “Function Block Edit” (Functieblokken bewerken).....………………..................... 3-4

3.7 Instellen optiescherm...................................................................…………………………

...... 3-4

3.7.1 De taal wijzigen ...........................… ………………………………………............................. 3-4

3.7.2 De klok instellen……………………...............……………

……………................................. 3-4

3.7.3 Zomertijd……………….............................. ...........…………………..….…………................ 3-5

3.7.4 Wachtwoord…………….................………………………....

..........…................................... 3-5

3.8 LCD-displays ........................................................................………………………....

............ 3-5

3.8.1 I/O-weergavescherm....................................................……………………………..............

3-5

3.8.2 LCD-functie ....................................................…………………………….....................

....... 3-5

3.9 Blok-items ............................................................................………………………….

............ 3-6

3.9.1 Ingangs-blokken ......................................................…………………………................

..........

3-6

 

 

 

3.9.2 Functieblokken .......................................................................…………………………

….... 3-6

3.9.3 Uitgang-blokken ........................................................................……………..…

………….... 3-

6

 

 

 

3.9.4 Verbonden blokken ........................................................…………………………............

.... 3-6

3.10 Functieblokdiagrammen…... .................... ........................……………………...................

... 3-7

vii

α Eenvoudige applicatie-controllers

4. Direct programmeren…………….. .....................

..............................…................ 4-1

4.1

Beschikbaarheid blokken….…… ...................

...................……..................…........... ............ 4-1

4.2

Blokken verbinden…………………… .....................

 

...............…................................... ......... 4-1

4.2.1 Het linkerblok (leverancier signaal) met het rechterblok (ontvanger signaal) verbinden....

4-1

4.2.2 Het rechterblok (ontvanger signaal) met het linkerblok (leverancier signaal) verbinden....

4-2

4.3

De verbinding tussen twee blokken verbreken... ..................................................................

 

 

 

4-2

4.4

Methoden om een functieblok te creëren………………….

 

................................................... 4-3

4.4.1 Nieuw FB………….........…………………………..............

 

.................................................. 4-3

4.4.2 FB toevoegen………….………………......................

 

.......................................................... 4-3

4.5

Functieblok bewerken..…………………….. ..............

........................................................... 4-3

4.5.1 Functieblok instellen………………………….. ...........

 

......................................................... 4-3

4.5.2 Het nummer van een functieblok wijzigen.……………

….. ............................................... . 4-3

4.5.3 FB wissen……………..………….........................

 

....................….............................. .......... 4-3

4.6

Verplaatsen tussen functieblokken………………………… ...

 

................................................ 4-4

4.6.1 Verplaatsen tussen niet-verbonden blokken…………

……………. .................................... 4-4

4.6.2 Verplaatsen tussen verbonden blokken………………………

… ........................................

4-4

4.6.3 Het commando “Jump”……………………….. ..............

...................................................... 4-4

4.7

Toetsen als ingangen gebruiken……………... ........ ...................................................................

4-4

 

 

 

 

 

 

4.8

Systeembits M01 - M05 programmeren…….…………………...

........................................... 4-5

4.9

Beschrijving functieblokken en byteverbruik………… …………………….. ............................ 4-5

4.10 De monitormodus……………………… .....................

 

 

.......................................................... 4-6

4.10.1 Waarden functieblokken Monitor/Update…………………

…… ........................................

4-6

4.10.2 Uitgangen Aan/Uit forceren…………………………........

......................................................

4-6

 

 

 

 

 

 

4.10.3 Functieblokken toevoegen/wissen in de monitormodus…………………. ........................ 4-6

5. De logica-functieblokken…………………… ...............

......................................... 5-1

5.1Het blok AND (EN)…………………. ..................... ............................................................... 5-1

5.2Het blok OR (OF)…………………. ...................... ................................................................ 5-1

5.3Het blok NOT (NIET)………………. .................... ................................................................ 5-2

5.4Het blok XOR (Exclusive OR: Exclusieve OF)………. .............................. .......................... 5-2

5.5Het blok NAND (Not AND: Niet-EN) ...………………............................... ............................. 5-2

5.6Het blok NOR (Not OR: Niet-OF) ..............……………….................... ................................. 5-3

viii

Соседние файлы в папке Nederlands