Добавил:
Upload Опубликованный материал нарушает ваши авторские права? Сообщите нам.
Вуз: Предмет: Файл:
Скачиваний:
31
Добавлен:
17.04.2015
Размер:
202.59 Кб
Скачать

α Eenvoudige applicatie-controllers

6. Functieblokken………………… ..........................

.............................................. 6-1

6.1

Booleaans functieblok.…..……………….. .............

.......................................................... 6-1

6.2

Het blok SET/RESET (instellen/terugstellen)....................................................................

6-2

6.3Het blok PULSE (impuls)…………... ................ ................................................................ 6-2

6.4Het blok ALT (afwisselen)..……... .............. ....................................................................... 6-2

6.5Het blok DELAY (vertragingstijd)…... .......... ...................................................................... 6-3

6.6Het blok ONE SHOT (enkele impuls)…... ......... ................................................................ 6-3

6.7

Het blok FLICKER (knipperen)..……… .............

............................................................... 6-4

6.8

Het blok TimeSW……………………... ....................

.......................................................... 6-4

6.8.1 De schakelaar begintijd instellen………………...... ........................................................ 6-4

6.8.2 Dagelijkse inbedrijfstelling.…..……………….. ....

............................................................ 6-5

6.8.3 Wekelijkse inbedrijfstelling.…..………………

….. ............................................... ............. 6-5

6.8.4 Nieuwe tijdschakelaars invoeren…………………… .....

.................................................. 6-5

6.8.5 Tijdschakelaars bewerken…………………... ..........

........................................................ 6-6

6.8.6 Data tijdschakelaar wissen………..……………….. .....

.................................................... 6-6

6.9 Het blok COUNTER (teller)……………… ...............

 

........................................................... 6-6

6.10

Het blok UP/DOWN COUNTER (opteller/afteller)....

.......................................................

6-6

6.11

Het blok COMPARE (vergelijker)..…….. ......... ................................................................ 6-7

6.12

Het blok OFFSET………… ………….. ............................................

................................. 6-7

6.13

Het blok DISPLAY…………………….. ...................

......................................................... 6-8

6.14

Het blok ZONE COMPARE (zone-vergelijker).. ..............................................................

 

6-8

6.15

De Schmitt-trigger .………………………........................................

.................................. 6-9

6.16

De tijdmeter…………………..…... ....................

............................................................... 6-9

7. Laten we een programma maken…….................. .............................................. 7-1

7.1

Instellingen opties…………………. ...................

................................................................. 7-1

7.2

Het functieblokdiagram…………………………… .............

.................................................. 7-1

7.3

Het programma invoeren……………....................

.............................................................. 7-1

7.3.1Functieblokken toevoegen “van links naar rechts” (§ 4.2.1)……………………. ............ 7-2

7.3.2Per nummer door de functieblokken gaan (§ 4.6.1)….. ………………………………...... 7-3

7.3.3 Het commando “Jump” gebruiken (§ 4.6.3)………………

.….. ..….................................. 7-3

7.3.4 Het commando “NewFB” gebruiken (§ 4.4.1)……………

….…… ...................................

7-4

7.3.5 De functieblokken van rechts naar links verbinden (§ 4.2.2)……………..…………… ...

7-4

7.4

De functieblokparameters instellen (§ 4.5.1)……… ……………………….. ....................... 7-4

7.5

Het functieblokdiagramvenster verlaten……………………

...............................................

7-5

ix

α Eenvoudige applicatie-controllers

x

α Eenvoudige applicatie-controllers

Inleiding 1

1. Inleiding

De controller uit de Alpha-reeks biedt een flexibel besturingssysteem voor toepassing thuis, op kantoor, in fabrieken… kortom, overal waar u het wilt gebruiken . Deze controller kan de Aan/Uit-functie van elektrische apparaten bedienen of informatie op het LCD-scherm op het frontpaneel weergeven. De Alpha reeks kan bijvoorbeeld worden gebruikt om de verlichting te regelen, de airconditioning, irrigatieapparatuur, deuren, hekwerken, eenvoudige beveiligingssystemen en ventilatoren. Het aantal toepassingen van de Alpha is nagenoeg onbeperkt. Dankzij de ingebouwde real-time-klok is de Alpha een krachtige tijdschakelaar.

De controllers uit de Alpha-reeks accepteren zowel digitale als analoge elektrische ingangs-signalen. De gebruiker kan direct vanaf het frontpaneel programmeren of het softwarepakket Alpha-PCS-WIN-E voor Windows gebruiken. Hoe u ook besluit de zaken aan te pakken, de Alpha beschikt over de eenvoudigste programmeermethode die momenteel bestaat: functieblokprogrammeren.

De Alpha is verkrijgbaar in een ruim aantal I/O-configuraties en accepteert alle bekende wisselstroomen gelijkstroomvoltages. Schermprogrammatuur is verkrijgbaar in vijf talen. Zaken als wachtwoordbeveiliging, optionele geheugencassettes en een condensatorbackup die 20 dagen mee gaat, bieden programmeurs een verscheidenheid aan manieren om hun programma’s veilig te stellen.

In deze handleiding wordt beschreven welke procedure gevolgd moet worden om de controllers uit de Alpha-reeks vanaf het frontpaneel te programmeren en worden de functies van de toetsen en de krachtige mogelijkheden van functieblokken beschreven.

1 – 1

α Eenvoudige applicatie-controllers

Inleiding 1

1 – 2

 

α Eenvoudige applicatie-controllers

Functieblokprogrammeren 2

2. Functieblokprogrammeren

De Alpha-controllers maken gebruik van een speciale, eenvoudige programmeermethode die functieblokprogrammeren wordt genoemd. Een taak wordt opgedeeld in verschillende fases die door functieblokken kunnen worden weergegeven. Daarna worden de functieblokken verbonden om de uiteindelijke taak te volbrengen. Dit houdt in dat het programma door middel van eenvoudige stappen kan worden opgebouwd. Zelfs complexe taken kunnen op deze manier worden aangepakt. Om het gebruiksgemak te vergroten zijn de functieblokken voorgeprogrammeerd om bepaalde taken uit te voeren. Toch zijn ze flexibel genoeg om aan individuele eisen te kunnen voldoen.

De blokken worden geprogrammeerd op basis van de functieblokdiagrambasis (FBD-basis).

Een volledig functieblokdiagram zou er uitzien als hierboven, waarbij I = Ingang en O = Uitgang. U kunt in kleine, eenvoudige stappen een complex circuit bouwen door bij de ingang te beginnen en op een logische manier verder te werken. De Alpha verzamelt informatie, verwerkt deze, en biedt beheer over het systeem.

2.1 Soorten blokken en de FBD-basis

Er zijn vijf soorten items die in een functieblokprogramma kunnen worden gebruikt: ingangen, de toetsen op het frontpaneel, systeemgeheugenbits, functieblokken en uitgangen. Hieronder volgt van ieder item een korte uitleg.

2.1.1 Ingangen

De Alpha accepteert elektrische informatie in zowel digitale (Aan/Uit) als analoge vorm (op basis van mVwaarden) via de systeem-ingangen. Zie het Hardware-handboek voor elektrische gegevens en bedradingsschema’s. Afhankelijk van het gekozen model kan het aantal ingangen vier, zes of twaalf zijn. Er wordt als volgt naar de ingangen verwezen: I01, I02, ..., I12.

2.1.2 Toetsen frontpaneel

De toetsen op het frontpaneel kunnen worden gebruikt om data in het programmageheugen in te voeren, om door menu’s en programma’s te schuiven (scroll), om programmeeropties te selecteren of om extra ingangen te geven als het programma loopt. Er zijn acht toetsen waar als volgt naar wordt verwezen: K01, K02, ..., K08. Een uitleg van de functie van iedere toets volgt in hoofdstuk 3.

2.1.3 Systeemgeheugenbits

Deze geheugenbits (ook wel M-bits genoemd) kunnen voorgedefinieerde signalen geven: Altijd AAN; Altijd UIT: 0,5 seconden AAN; 0,5 seconden UIT; of informatie over de real-time-klok verschaffen: klok in zomertijdmodus, of een foutmelding. Er wordt als volgt naar de vijf geheugenbits verwezen: M01, M02, ..., M05.

2 – 1

α Eenvoudige applicatie-controllers

Functieblokprogrammeren 2

2.1.4 Functieblokken

Functieblokken vormen het hart van de Alpha. Zij verwerken de informatie die afkomstig is van bovengenoemde ingangen en besturen de uitgangen van het systeem. Ook kunnen ze input-signalen of -gegevens doorsturen naar andere functieblokken. Om het programmeren te vergemakkelijken zijn alle functieblokken voorgeprogrammeerd. U hoeft alleen maar de opties in te stellen zodat deze optimaal bij uw applicatie passen. Er zijn tweeëntwintig functieblo kken beschikbaar. Deze worden uitvoerig besproken in de hoofdstukken 5 en 6.

2.1.5 Uitgangen

De uitgangen creëren of verbreken de elektrische ci rcuits die de elektrische apparatuur besturen die op de Alpha is aangesloten. Er zijn omschakelrelais voor hoge stromen of snelschakelende transistor-uitgangen met een lange levensduur verkrijgbaar. Er wordt als volgt naar deze uitgangen verwezen: O01, O02, ..., O08.

2.1.6Functieblokdiagrambasis (FBD-basis)

De FBD-basis vormt de basis voor al het programmeerwerk voor de Alpha. Zowel de Alpha-eenheid zelf als de AL-PCS-Win-E-software maken gebruik van de FBD-basis. De FBD-basis bestaat uit een rechthoek met de naam bovenaan, ingang-rechthoeken links en uitgang-rechthoeken rechts. De FBD-basis wordt ook wel het FBD-bedradingsgebied genoemd. Op inen uitgang-signalen na, moeten alle componenten uitsluitend binnen de rechthoek van de FBD-basis worden geplaatst. Inen uitgang-signalen kunnen behalve in het FBD-bedradingsgebied ook in de inof uitgang-rechthoeken worden geplaatst.

2 – 2

α Eenvoudige applicatie-controllers

Functieblokprogrammeren 2

2.2 Programmeermethoden voor de Alpha Controller

2.2.1 Direct programmeren

Bij direct programmeren worden de toetsen op het frontpaneel gebruikt om het programma te creëren en d e benodigde datawaarden in te voeren. Deze methode wordt in deze handleiding uitgelegd, beginnend bij hoofdstuk 3.

2.2.2 Programmeersoftware AL-PCS/WIN-E

Met deze software voor Windows kunnen de gewenste functieblokpictogrammen via drag and drop naar de FBD-basis worden gesleept om een programma te construeren. Het programma wordt naar de Alphacontroller gedownload via de AL-232CAB –kabel. Doordat de verbindingen op het scherm zichtbaar zijn, is deze software voor zowel gevorderden als beginners gemakkelijk te begrijpen. De AL-PCS/WIN-E- programmeersoftware wordt uitvoerig besproken in het Software-handboek.

2 – 3

α Eenvoudige applicatie-controllers

Functieblokprogrammeren 2

2 – 4

α Eenvoudige applicatie-controllers

Toetsen, menu’s en LCD-displays 3

3 Toetsen, menu’s en LCD-displays

3.1 De functies van de toetsen

Met de acht toetsen op het frontpaneel hebt u toegang tot de interne functies en programmeermogelijkheden van de Alpha. Naast de functies die hieronder beschreven staan, kunnen de toetsen worden gebruikt als programma-ingangen.

Tabel: Nummer + functie van toets

Nummer

Functie

K01

OK: wordt gebruikt om menu-opties in te voeren, gegevensingang te bevestigen en (bij de monitorfunctie)

 

handmatig ingangen te forceren.

K02

ESC: wordt gebruikt om een operatie te annuleren, naar een bovenliggend scherm te gaan of naar een

 

nieuw menu te gaan.

K03

“+”: wordt gebruikt om functieblokken te verbinden (“toe te voegen”), “Direct Set”-waarden of -tijden te

 

verhogen, of om door programma’s of menu’s te schuiven.

K04

“-”: wordt gebruikt om de verbinding tussen functieblokken te verbreken, “Direct Set”-waarden of -tijden te

 

verlagen, of om door programma’s of menu’s te schuiven.

K05

Omhoog (▲): wordt gebruikt om door menu-opties te schuiven (menu’s, toetsen, FB’s, ingangen, uitgangen,

 

enz.)

K06

Omlaag (▼):wordt gebruikt om door menu-opties te schuiven (menu’s, toetsen, FB’s, ingangen, uitgangen,

 

enz.)

K07

Naar rechts (►): naar rechts gaan op LCD-scherm, in FB-programma of het commando “Jump”.

K08

Naar links (◄):naar links gaan op LCD-scherm, in FB-programma of het commando “Jump”.

3.2 Gebruiksaanwijzing menu-opties

Er zijn vier menu’s die u door de krachtige optiemogelijkheden van de Alpha heen gidsen. Als de Alpha een programma laat lopen hebt u toegang tot het menu “Run”. Als de Alpha geen programma laat lopen hebt u toegang tot het menu “Stop”. Vanuit beide menu’s hebt u toegang tot een grote hoeveelheid opties en parameters voor programma-instellingen. Toegang tot de menu’s “Edit” (Bewerken) en “Function Block Edit” (Functieblokken Bewerken) kan worden verkregen vanuit ProgEdit of Monitor.

Gebruik de toets OK om een programmeeroptie in te voeren of om data in het geheugen op te slaan.

Stel eerst alle data op het scherm in voordat u OK gebruikt om de data naar het systeemgeheugen weg te schrijven. Als een optie over meerdere dataschermen beschikt, voer dan de benodigde gegevens per scherm in en bevestig deze met OK.

Met de toets ESC gaat u terug naar een bovenliggende menu-optie. Alle gegevens die zijn ingevoerd maar nog niet met OK zijn bevestigd worden geannuleerd.

Gebruik ESC om de optie te verlaten en terug te keren naar het bovenliggende menu. Het kan soms nodig zijn om Escape een aantal malen in te drukken om meerdere programmeerlagen te passeren.

3 – 1

α Eenvoudige applicatie-controllers

Toetsen, menu’s en LCD-displays 3

3.3 De stopmodus

De stopmodus is het eerste menu dat u binnengaat. Als de Alpha voor de eerste maal wordt opgestart, verschijnt het ingang/uitgang-weergavescherm. Druk op een willekeurige toets om naar het topmenu van de stopmodus te gaan.

Run – Hiermee start u het programma dat zich in het geheugen bevindt.

ProgEdit – Brengt u naar de FBD-basis alwaar u kunt beginnen met programmeren.

ProgEdit overschrijft het systeemgeheugen zodra er wijzigingen worden aangebracht. Gebruik zo nodig een geheugencassette om het originele programma te behouden.

Program Clear – Maakt het systeemgeheugen leeg.

LANGUAGE – Hiermee kunt u een van de talen kiezen die op het scherm worden weergegeven: Japans, Engels, Duits, Frans, Italiaans of Spaans (§ 3.7.1).

ClockSet – Stel de real-time-klok in (§ 3.7.2).

Others…: Zie hieronder

T o p M e n u Run

P r o g E d i t >P r o g C l e a r C l o c k S e t

L A N G U A G E O t h e r s . . .

3.3.1 “Others...”: de overige programmeeropties

Version - Geeft een overzicht van de ingang/uitgang-configuratie en toont de versie van de CPU.

Password - Wordt gebruikt om de toegang tot de modi ProgEdit en Monitor te beperken door middel van een wachtwoord van vier cijfers (§ 3.7.4).

Menu Key – Als de toetsen op het frontpaneel allemaal in gebruik zijn voor het programma, kunt u de Menu Key gebruiken om toegang te verkrijgen tot de menu-opties: druk gelijktijdig op OK en ESC.

Summertime – Hiermee kunt u de gewenste zomertijd kiezen: Manual On/Off (Handmatig Aan/Uit) (wordt direct van kracht), een eventuele aanvangsen einddatum instellen, of de data instellen die in de EU (Europese kalender) of de VS worden gebruikt (§ 3.7.3).

ModemInit – Gebruik het door Heiz ontwikkelde commando AT om uw modem te initialiseren. Lees de handleiding bij uw modem voor een uitgebreide beschrijving van dit commando. U kunt een vertragingstijd instellen van 0 - 10 seconden na inschakelen voordat het commando effectief wordt.

Cassette – Gebruik de geheugencassette om een programma te lezen, te schrijven of te verifiëren, onderdeelnummer Al-EEPROM. Plaats of verwijder de cassette bij uitschakelen. De optie Cassette verschijnt alleen in het menu als de geheugencassette al vóór het inschakelen is geplaatst.

O t h e r s . . .

V e r s i o n >P a s s w o r d

M e n u K e y

S u m m e r T i m M o d e m I n i t C a s s e t t e

3 – 2

Соседние файлы в папке Nederlands