
- •2 Monetair Beleid
- •2.1Doestellingen monetaire politiek binnen de eu
- •2.2Prijsstabiliteit
- •Voordelen
- •1.Reserveverplichtingen
- •2.De open markttransacties
- •3.Permanente faciliteiten
- •3 Inflatie
- •3.1 Betekenis
- •3.2 Types van inflatie
- •3.3 Gevolgen van inflatie
- •3.4 Verschillende soorten inflatie
- •Inflatie & Deflatie (Extra)
3.4 Verschillende soorten inflatie
Indien meer geld beschikbaar en consumenten meer te besteden hebben dan zal V naar goederen en diensten toenemen. Wanneer productie niet evenredig meegroeit, zal de prijs stijgen.
Hogere inkoopprijzen, productiekosten, importprijzen of belastingen kunnen worden doorgerekend in de verkoopprijs.
Conjuncturele inflatie: Ontstaat wanneer V>A (=vraaginflatie, bestedingsinflatie, demand pull inflatie)
Oorzaak
De overheid volgt een politiek van deficit spending (tekort op de begroting) en dus de overheidsuitgaven grote invloed op de V
Als de vraag van de consumenten groten is dan aanbod van bedrijven
Als de rente tarieven te laag zijn geeft dit aanleiding tot kredietexpansie
Als te grote vraag van buitenland komt (exportoverschot)
Plotse stijging investeringen van bedrijven of consumptie van consumenten door bv te veel reclame
Bestrijding
Restrictief budgettair beleid: Belastingen verhogen zodat de consumenten minder gaan consumeren, de uitgaven van de overheid verlagen.
Restrictief monetair beleid: Centrale beleidsrente verhogen zodat lenen minder interessant wordt. Consumptie en bedrijven gaan minder uitgeven.
Structurele inflatie: Ontstaat wanneer de kosten stijgen. De bedrijven rekenen ze door in de prijzen waardoor de verkoopprijzen duurder worden. (Cost push)
Oorzaak
Stijging van de grondstofprijzen
Als de lonen stijgen terwijl de productiviteit niet stijgt.
Of wanneer de lonen evenredig stijgen met de productiviteit in een bepaalde sector kan de stijging van de lonen overwaaien naar andere sector terwijl daar de productiviteit niet stijgt. (productiviteitsinflatie)
Winstinflatie: de bedrijven verhogen hun prijzen voor meer winst
Bestrijding
Inkomensbeleid: door loonmatiging, de overheid kan sociale premies of loonbelastingen verlagen
Prijsbeleid: de overheid kan de prijzen gedeeltelijk of geheel blokkeren
Verlagen van belastingen of accijnzen
Monetair inflatie: Als geldhoeveelheid stijgt en de productiecapaciteit is volledig benut.
Oorzaak:
Als geldhoeveelheid stijgt zal dit leiden tot prijsstijging, mits V en T gelijk blijven.
Dus: geldhoeveelheid om goederen te kopen neemt toe doordat de consumenten spaargeld gaan opnemen of meer gaan lenen. Als er meer geld is en de # goederen blijft gelijk, dan stijgt de prijs per product.
Bestrijding: Door geld uit de kringloop te halen;
Staatsschuld (public debt) te vergroten (geld lenen v.d. burgers)
En of meer belastingen te vragen zonder dat er vergroting v.d. uitgave tegenover staat. (deflatoire politiek)
Ruil- of verkeersvergelijking van Fisher
M*V=P*T
“De hoeveelheid geld in de economie is gelijk aan alle transacties in een economie* prijzen v.d. die bij de transacties betrokken zijn.”
Geldstroom= Goederenstroom
M: Money hoeveelheid geld V: Velocity P: Prijs T: Trade aantal transacties
Afgeleid formule Velocity
V: P*T/M bbp/M