2 Monetair Beleid

= Streeft naar het reguleren van de economie door wijzingen door te voeren aan geldhoeveelheid of geldomloopsnelheid.

Basis instrument is geldaanbod, en die wordt beïnvloedt door;

• Hoeveelheid basis geld die centrale bank uitgeeft

• Reservecoëffiëntie van de banken

• Chartale geldvoorkeur van het publiek

2.1Doestellingen monetaire politiek binnen de eu

De missie en taken van de ECB en het Eurosysteem (ECB+NCB)

Missie

-Hoofddoel: Handhaven prijsstabiliteit (waarborgen v.d. waarde v.d. euro, behoud van jaarlijkse stijging van inflatie van ± 2%)

-Andere: Hoog niveau werkgelegenheid, duurzame en niet-inflatoire groei

Taken

• Fundamentele taken:

  • Bepalen en ten uitvoer van het monetair beleid v.h. eurogebied

  • Verrichten van valutamarktoperaties

  • Aanhouden en beheren v.d. officiële externe reserves van de lidstaten v.h. eurogebied

  • Bevorderen van goede werking v.h. betalingsverkeer

• Andere taken:

  • Uitgeven van bankbiljetten

  • Financiële stabiliteit en toezicht op de financiële instellingen

  • Verzamelen van statistische gegevens samen met ECB

  • Bevorderen van financiële stabiliteit en toezichthouden op banken

  • Onderhouden van internationale en Europese werkrelatie (buitenlandse instanties, organen en fora)

2.2Prijsstabiliteit

= Jaarlijkse stijging van Geharmoniseerde Consumptieprijsindex(HICP) voor het eurogebied met <2% maar dichtbij (2003). Prijsstabiliteit moet gehandhaafd worden op middellange termijn.

Redenen voor het streven naar een inflatiepercentage onder maar dicht bij 2%:

Zowel inflatie hoger dan 2 als deflatie zijn niet in overeenstemming met prijsstabiliteit.

dicht bij 2%: om risico op deflatie te voorkomen

Belang en voordelen prijsstabiliteit

Leidt tot duurzame groei en werkgelegenheid.

Voordelen

• Prijsstabiliteit maakt het de burger gemakkelijker veranderingen in de relatieve prijzen waar te nemen

• Bereidheid tot investeren verhogen. En daardoor wordt dan weer de welvaart bevorderd.

• Particulieren en bedrijven middelen aan productief gebruik zullen onttrekken om zich tegen inflatie in te dekken. Het opslaan van goederen is echter geen doelmatige investeringsbeslissing en belemmert economische groei.

• Elimineert de reële economische kosten die ontstaat wanneer inflatie de verstorende invloed van belasting- en socialezekerheidsstelsel verstrekt.

• Helpt de sociale cohesie en stabiliteit te handhaven, aangezien prijsstabiliteit de aanzienlijke en willekeurige herverdeling van welvaart en inkomen voorkomt die zich in zowel een inflatoire als een deflatoire omgeving voordoet.

• Prijsstabiliteit draagt ook bij tot financiële stabiliteit, omdat marktverstoringen en onzekerheid als gevolg van instabiele prijzen worden weggenomen. Als de prijzen stabiel zijn, dalen de risicopremies op de rente, omdat er minder onzekerheid is over toekomstige inflatie.

•Normale of lage inflatie: (‹ 2%) dit is gunstig voor de economie. De consument wordt aangemoedigd om producten te kopen, want uitstel zorgt er alleen maar voor dat de prijzen zullen stijgen. Ook lenen is interessant, want je schuld blijft hetzelfde terwijl je meer gaat verdienen.

•Te hoge inflatie: (> 2%) dit is een nadeel voor ons land omdat investeerders niet meer in ons land willen investeren. Wanneer de intrest op een spaarrekening kleiner is dan de inflatie dan is dit verliesgevend voor de kleine spaarder.

Waarom is deflatie toch slecht?

• Wanneer mensen dalende prijzen verwachten, zijn ze minder bereid geld uit te geven, en minder geneigd geld te ontlenen. 

• Deflatie verslechtert de positie van schuldenaars, want het reële gewicht van hun schulden wordt zwaarder. Schuldenaars zullen hun uitgaven daarom beperken maar schuldeisers zullen hun uitgaven niet in eenzelfde mate opdrijven. 

  • Vb: Deflatie nadeel voor mensen die geld hebben geleend: Bakker heeft een oven voor 50000 geleend prijzen van pizza’s dalen, dus zijn omzet daalt ook. Maar de rente en de aflossing moet wel betaald worden. Reëel wordt zijn schuld steeds zwaarder.

• Lonen zowel als prijzen moeten in een deflatoire omgeving zakken, maar het is moeilijk nominale lonen te doen dalen - tenzij er massawerkloosheid is. 

Beleidsinstrumenten om de prijsstabiliteit te handhaven

= door middel van korte rente oefent het monetair beleid invloed uit op de economie en uiteindelijk op het prijspeil.

Als de rente  zal geld in omloop 

Als de rente  zal geld in omloop 

Deze rente is cruciaal om de geldhoeveelheid te sturen.

Hoge rente is aantrekkelijk om te sparen dus consumptie daalt.

Hoge renten maakt investeringen onaantrekkelijk omdat minder van de beschikbare investeringsprojecten een rendement zullen opleveren om de hogere kosten van het kapitaal te dekken.

Dus: leidt tot vermindering van vigerende uitgave in de economie als geheel (indien de andere variabelen constant blijven). Vaak daling totale vraag als gevolg= Verkrapping van monetaier beleid.

Er zijn 3 groepen van monetaire beleidsinstrumenten die deze rente kunnen beïnvloeden:

• Open markttransacties: reserves verschaffen waarmee de banken aan hun liquiditeitsbehoeften kunnen voldoen. Dienen om korte rente te sturen, liquiditeitssituatie beheersen en koers van het monetaire beleid aan te geven.

Basisherfinanciering: banken met tijdelijke liquiditeitsmoeilijkheden lenen wekelijks bij de ECB tegen de centrale baleidsrente

Langlopende financiering: liquiditeitsverschaffende transacties die maandelijks worden uitgevoerd met looptijd van 3 maanden.

• Twee permanente faciliteiten: marginale beleningsfaciliteit en depositofaciliteit. In uitzonderlijke omstandigheden zeer kortlopende kredieten of deposito’s verschaffen (max 1 dag) om de dagelijkse tekorten of overschotten te beheren.

• Reserveverplichtingen: de reserveverplichtingen verhogen de liquiditeitsbehoefte. Zij kunnen worden gebruikt tegen liquiditeitsschokken in de geldmarkt, waardoor de volatiliteit v.d. korte rente vermindert.