3.3 De Sociale Partners

=Bilaterale monopoliepositie: enkel op dit niveau en enkel door erkende partijen het loon kan bepaald worden door het voeren van sociale overleg.

Representatieven voor werknemersorganisatie(vakbonden)

• ABVV: Algemene Belgisch Vakverbond

• ACV: Algemene Christelijke Vakverbond

• ACLVB: Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België

Representatieven voor werkgeversorganisaties

• VBO: Verbond van Belgische Ondernemingen

• UNIZO: Unie van Zelfstandige Ondernemers

• UCM: Union des Classes Moyennes

• Boerenbond

Ze kunnen op 3 niveaus onderhandelen:

• Interprofessionele akkoorden: worden afgesloten op internationaal vlak binnen het Nationale Arbeidsraad en gelden dus voor het gehele bedrijfsleven

• Collectieve arbeidsovereenkomst: worden afgesloten per bedrijfstak. De bepalingen met betrekking tot de individuele loon-en arbeidsvoorwaarden zijn bindend voor alle wn’s en wg’s die behoren onder het betrokken paritair comité.

• Akkoorden op bedrijfsvlak: worden onderhandeld per bedrijf en zijn van de laagste orde

4 Invloed van inflatie op de arbeidsmarkt

Bij inflatie zullen de lonen geïndexeerd wordenⁱ. De hogere loonkosten worden door de bedrijven toerekenen aan de prijzen waardoor er weer een inflatie ontstaat. Dit noemt men Loon of prijsspiraal.

-Daarom wilt met automatische loonindexering afschaffen. Lonen zouden dan enkel mogen stijgen wanneer er een effectief stijging in productiviteit zou zijn. Zoniet wordt de concurrentiepositie van binnenlandse ondernemingen aangetast ten opzichte van het buitenland wat op lange termijn een negatief invloed zal hebben op onze productie en werkgelegenheid.

Onze lonen zijn gekoppeld aan de gezondheidsindex: indexcijfer van consumptieprijzen, - prijzen van alcohol, tabak, benzine en diesel

5 Invloed van directe belasting op de arbeidsmarkt

Inkomensbelasting die progressief(meer dan evenredig) stijgen met de omvang van het verdiende inkomen, beïnvloeden de arbeidsinspanning.

• De wn beslist om minder arbeid aan te bieden omdat de prikkel tot werken, het nettoloon kleiner is geworden

• Of wel beslist hij om het nettoloon te bewaren bij een gestegen belastingvoet.

• Zwartwerk neemt toe bij een stijgende belastingvoet.

*Volgens Arthur Laffer: (Laffercurve)De totale belastingopbrengst hangt in belangrijke mate samen met het gemiddelde belastingtarief. Er bestaat een optimale gemiddelde belastingdruk(T*) als de overheid meer dan T* vraagt krimpt de economische bedrijvigheid en zal belastingontvangst dalen.

Bij een stijgend belastingtarief zal de belastingopbrengst minder dan evenredig stijgen of zelfs dalen. Belastingplichtigen zullen bij een hoger tarief minder geprikkeld worden om hard te werken, waardoor het hogere tarief wordt toegepast op een kleiner inkomen, met minder belastinginkomsten voor de overheid als gevolg.

ⁱⁱ

6 Inkomensherverdeling, ongelijkheid en armoede

6.1 Inkomensherverdeling

-Primaire inkomen: inkomen verwerkt uit het ter beschikking stellen van arbeid, kapitaal en natuur.

-Secundaire inkomen: Primaire inkomen- belastingen en sociale bijdragen+ verworven via sociale zekerheid

=inkomenstransferten

-Tertiair inkomen: secundaire inkomen – indirecte prijsverhogende belastingen (btw)+ prijsverlagende subsidies

Alle inkomen van alle gewinnen samen wordt op 2 momenten verdeeld over de gezinnen;

Primaire inkomensverdeling: Gezinsleden halen inkomen uit arbeid die afhangt van diploma, ervaring, vaardigheden, talenten,…

Secundaire inkomensverdeling: via sociale zekerheidssysteem en progressieve belastingen, gezinnen die goed verdien hebben minder recht op uitkeringen en betalen proportioneel meer belastingen.

Economen denken dat rijkere meer profiteren van RSZ (mattheüseffect)

Tertiaire inkomensverdeling: als men rekening houdt met de mate waarin personen profiteren van collectieve goederen (parken, dijken)