Добавил:
Upload Опубликованный материал нарушает ваши авторские права? Сообщите нам.
Вуз: Предмет: Файл:
RECHT.docx
Скачиваний:
6
Добавлен:
01.05.2025
Размер:
848.8 Кб
Скачать
    1. Bewijs van rechtsfeiten: getuigen, vermoedens, bekentenissen en deskundigenonderzoek

      1. Het getuigenbewijs

  • Verklaring onder eed afgelegd

  • Belang eed: meineed strafbaar

  • Procespartijen (burgerlijke zaak) en beklaagde zijn zelf geen getuigen.

  • Vooral in strafprocedures belangrijk (à charge / à décharge)

  • -> minder in burgerlijke procedures.

      1. De vermoedens

  • Is gevolgstrekking die de wet of de rechter afleidt uit bekende feiten:

  • Wettelijk vermoeden

  • Weerlegbare wettelijke vermoedens: vb. bij de geboorte van het kind, een vaderschapsvermoeden dat hij niet de vader van het kind is -> vaderschapstest etc..

  • Onweerlegbare wettelijke vermoedens: vb. de aansprakelijkheid van de werkgever voor de schade die hun werknemers begaan in de bediening waarvoor hij of zij werd aangesteld.

  • Feitelijk vermoeden: gebaseerd op oordeel van de rechter.

  • Voorwaarden:

  • Gewichtig

  • Specifiek

  • Met elkaar overeenstemmend

      1. De bekentenis

  • Een bekentenis is een verklaring die nadelig is voor degene die ze aflegt. De meest zwaarwichtige bekentenissen zijn deze die afgelegd worden door de rechter, dan spreekt men van een gerechtelijke bekentenis. Andere bekentenissen, die bijvoorbeeld mogen blijken uit de proces verhalen van de politie, noemt men buitengerechtelijke bekentenissen. Over het algemeen leveren bekentenissen een volledig bewijs op.

      1. Het deskundigenonderzoek

  • Het deskundigenonderzoek is een bewijsmiddel dat tot stand komt in de loop van een procedure. Zo kan de rechter in een tussenvonnis een deskundigenonderzoek bevelen. Het verslag zal uiteraard een antwoord bevatten op de gestelde vragen en zal van groot belang zijn voor de oplossing van het geschil.

  1. Geldigheid van rechtshandelingen

    1. Wanneer is een rechtshandeling geldig/ nietig?

  • Rechtshandelingen moeten voldoen aan bepaalde inhoudelijke criteria opdat ze rechtsgeldig zouden zijn en aldus volledige uitwerking kunnen krijgen. Een rechtshandeling moet aan 4 voorwaarden voldoen om geldig verklaard te worden. Bekwaamheid, wil, voorwerp en oorzaak.

  1. Bekwaamheid

  • Rechtsbekwaam

  • Rechtshandelingen: gesteld door rechtspersonen/natuurlijke personen

  • Soorten bekwaamheid:

  • Rechtsbekwaamheid/genotsbekwaam: geschiktheid om drager te zijn van subjectieve rechten en plichten, geschiktheid om ervan te genieten.

  • Handelingsbekwaam: geschiktheid om die rechten zelf en zelfstandig (zonder hulp of tussenkomst van derden) uit te oefenen.

  • Handelingsbekwaamheid impliceert rechtsbekwaamheid, maar niet andersom:

  • Sommigen zijn rechts bekwaam maar niet in staat om hun rechten zelfstandig uit te oefenen. Vb. minderjarigen, geesteszieken, mentaal gehandicapten ed.

  • Door wet/rechter geheel of gedeeltelijk handelingsonbekwaam

Verklaard

  • Bijzondere rechtsbekwaamheden:

  • Wettelijke rechtsonbekwaamheid:

  • Vreemdelingen

  • Echtgenoten (geen verkoop onderling) / huwelijksverboden tussen..

  • Geneesheren, apothekers, priesters -> geen schenkingen aanvaarden van pers die ze behandeld/bijgestaan hebben.

  • Curator, voogd -> geen goederen kopen uit faillissement van de gefailleerde, geen goederen kopen van de pupil van de voogd.

  • Magistraten (rechters OM) -> geen zaken behandelen waar ze zelf bij betrokken zijn

  • Onbekwaam opgelegd door de rechter:

  • Strafrechtelijk veroordelen:

  • Tijdelijk/levenslang ontzet uit politieke rechten: niet verkiesbaar stellen of burgerlijke rechten

  • Beroepsverbod

  • Vervallenverklaring van het recht een auto te besturen

  • Stadionverbod

  • Ontzetting uit ouderlijk gezag.

  • Handelingsbekwaam

  • Handelingsbekwaam = geschikt om zelf en zelfstandig rechtshandelingen te stellen (zonder tussenkomst van derden)

    • Zelf zijn subjectieve rechten uitoefenen

    • Zelf verbintenissen aangaan.

  • Principe = elke natuurlijke persoon (ook RP) is handelingsbekwaam (art. 1123 BW)

  • Uitzonderingen : wettelijk voorzien

=> gerechtelijke procedure nodig (behalve MJ)

  • Minderjarigen

  • Kids:< 12 jaar: handelingsonbekwaam

  • Ado: > 12 jaar<16 jaar:

    • a) persoonlijke rechtshandelingen: bekwaam bv erkenning, testament

    • b) andere rechtshandelingen: vernietigbaar! Bv koop, lening, huur ed

    • c) dagdagelijkse rechtshandelingen: vernietigbaar bij benadeling van minderjarige = facultatieve nietigheid enkel in belang van adolescent in te roepen.

  • Beheer van vermogen : ouders gezamenlijk, vrederechter.

      1. Wil

  • Een wilsgebrek? Nietigheid is mogelijk.

  • Dwaling= misleiding over voorwerp of over kenmerk. Vb. schilderij Rubens, of springpaard.

  • Over doorslaggevend element (anders had verkoop niet doorgegaan)

  • Moet verschoonbaar zijn (ieder ander persoon zou gedwaald hebben)

  • Bedrog= opzettelijke misleiding

  • Doorslaggevend zijn, geen ‘overdrijving’ uitgaan van conractspartij.

  • Gebruik van kunstgrepen.

  • Dunne grens met strafrecht-oplichting.

  • Geweld= fysiek als moreel.

  • Doorslaggevend

  • Op redelijke mens indruk maken

  • Onrechtmatig.

  • Bedrog:

  • Bewust gebruik van “kunstgrepen”, leugens, list

  • Voorhouden van een niet-bestaand feit / voorwerp

  • Verbergen van een bestaand feit / kenmerk

  • Voorwaarden:

  • Doorslaggevend

  • zonder bedrog zou de RH niet gesteld zijn (“hoofdbedrog”)

  • Moet uitgaan van partij bij RH

  • rechtstreeks/onrechtstreeks betrokken bij de RH

  • zoniet: vernietiging evt. wegens dwaling

  • Kwaad opzet

  • vermoeden van goede trouw

  • geen bedrog: reclame- en verkooptechnieken

  • criterium: “redelijke en zorgvuldige persoon”

  • Geweld:

  • Geweld, dwang, bedreiging

  • Fysiek of moreel

  • Voorwaarden:

  • Doorslaggevend: zonder geweld zou de RH niet gesteld zijn

  • Indruk maken: “Redelijk persoon”

  • Onmiddellijke vrees voor een aanzienlijk kwaad

  • Onrechtmatig: ongeoorloofd, dreigen met gerechtelijke stappen is wél rechtmatig.

        1. Voorwerp

  • = de concrete zaak waarop rechtshandeling betrekking heeft.

  • Moet bestaan; vb. verkoop onbestaand huis.

  • Moet ook wettelijk zijn. (niet strijdig met dwingende regels, openbare orde, goede zeden, dwingend recht)

  • Moet bepaalbaar zijn: verkoop een huis.. welk?

        1. Oorzaak

  • = de beweegreden waarom men een rechtshandeling stelt. Het bestaan van een rechtshandeling.

  • Vb. ouders doen iets uit liefde voor kinderen. Vb. onverschuldigde betaling.

  • De reden moet wettelijk zijn.

  • Vb. schijnhuwelijk is een onwettelijke oorzaak-verblijfsvergunning bekomen.

        1. Benadeling?

  • Is geen grond tot nietigheid op zich.

Vb. jammer, maar verkocht is verkocht.

Соседние файлы в предмете [НЕСОРТИРОВАННОЕ]